Achterhoek

Dit Arnhemse familiebedrijf verzorgt al 136 jaar uitvaarten: 'Het verveelt nooit'

Dirk-Jan van Dijk is de vijfde generatie bij familiebedrijf Uitvaartverzorging Kramer.
Dirk-Jan van Dijk is de vijfde generatie bij familiebedrijf Uitvaartverzorging Kramer. © Kramer
ARNHEM - Een bezienswaardigheid, dat was de eerste rouwauto die in 1920 rondreed in Gelderland. Eigenaar was de Arnhemse uitvaartonderneming Kramer, een familiebedrijf waar de liefde voor het vak én voor stijlvolle rouwvoertuigen diep gaat. Anno 2021 staat de vijfde generatie er aan het roer. Een bewogen coronajaar ligt achter het bedrijf. In een vak dat veel droefenis kent, is gezelligheid er ook belangrijk. “Want anders verdwaal je.”
Als zoon van een uitvaartondernemer waren rouwauto’s de normaalste zaak van de wereld voor Dirk-Jan van Dijk (54), samen met zijn vrouw Marlies (52) verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken bij Uitvaartverzorging Kramer. “Die lange, zwarte Cadillacs die voor onze deur op de Apeldoornseweg stonden, die vond ik geweldig mooi. Ik wilde toen zelf iets met auto’s doen, maar ben vanzelf het vak van mijn vader ingerold. Het intrigeerde mij, ook de mooie zwarte pakken die iedereen op de zaak droeg.”
Benieuwd naar dit familiebedrijf? Kijk dan hieronder de aflevering van Fa. Milie BV. De tekst gaat eronder verder.
Fa. Milie BV - Familie Plooij en Familie van Dijk

Statig beroep

De zwarte pakken horen bij het statige beroep van uitvaartondernemer, een vak dat 136 jaar geleden op de weg kwam van de op 26 maart 1860 geboren Arnhemmer Joop Kramer. In 1885 begon hij wat later een familiebedrijf werd. Heel verrassend was die keuze niet, want via de Nederlands Hervormde Kerk had Joop als koster vaak te maken met begrafenissen. De stap naar de uitvaartbranche was zo groot dus niet. Het bedrijf vestigde zich aan de Sonsbeeksingel in Arnhem en maakte reclame in de lokale couranten.

Schouwspel

Windeieren legde Joop dat allerminst. Hij timmerde voortvarend aan de weg en maakt vijftien jaar na de oprichting flink naam met de uitvaart van luitenant-generaal Karel van der Heijden, de toenmalige commandant van militair tehuis Bronbeek die in Nederlands-Indië een oog verloor en daardoor ook bekend stond als Karel Eenoog. Zijn uitvaartstoet was in januari 1900 een schouwspel met rouwkoetsen waarvoor Arnhemmers aan de kant van de weg stonden.
De tekst gaat verder onder de foto's.
Joop Kramer.
Joop Kramer. © Kramer.
Een rouwstoet in vroegere tijden.
Een rouwstoet in vroegere tijden. © Kramer

Eerste rouwauto

Die belangstelling was een voorproefje van de bezienswaardigheid die de eerste rouwauto in Gelderland was. Joop bestelde het voertuig in Keulen en liet het in Antwerpen ombouwen tot rouwauto. De rit van Duitsland naar België laat zich lezen als een hachelijk avontuur, getuige het boek Heren, alstublieft over de geschiedenis van het familiebedrijf. De auto was op dat moment niet veel meer dan een onderstel met daarop een motor en een provisorische stoel.
Maar eenmaal in de provincie vergaapten mensen zich aan de rouwauto, en maakten ook andere uitvaartondernemers er gretig gebruik van. Joop en zijn chauffeur reden door heel Oost-Nederland om overledenen op te halen voor een uitvaart. Omdat de wegen destijds heel slechts of simpelweg niet-bestaand waren, duurde een tocht soms meerdere dagen. Joop beschikte over talenten als grappenmaker, goochelaar en trompettist en vermaakte daarmee het publiek in hotels. Hij speelde het zo ook klaar gratis te overnachten.
De tekst gaat verder onder de foto's.
Een rouwauto in de jaren twintig van de vorige eeuw.
Een rouwauto in de jaren twintig van de vorige eeuw. © Kramer.
Deze koets is nog steeds in eigen bezit.
Deze koets is nog steeds in eigen bezit. © Kramer.

Trendsetter

Het is 1924 als de tweede generatie zich aandient in het familiebedrijf, meteen nadat Joop op 22 mei van dat jaar zijn laatste adem uitblaast én zelf ter aarde wordt besteld in een familiegraf. Zoon Willem Kramer neemt geen adempauze en opent een rouwkamer in de Spijkerstraat in het centrum van Arnhem. Daarmee is hij een trendsetter. Hij start bovendien een eigen kistenmakerij.

Koninklijke uitvaart

De vloot rouwvoertuigen is op dat moment indrukwekkend en bestaat naast de rouwauto uit prachtige, statige Berliner koetsen. Het is een van die koetsen die op 27 maart 1934 in Delft dienst doet in de rouwstoet voor koning Emma, de aan een longontsteking overleden moeder van Wilhelmina. De contacten komen tot stand doordat de familie Kramer eerder bevriend raakte met de Haagse uitvaartfamilie Innemee.

Oorlogsjaren

In Gelderland is Kramer in die tijd zonder meer de bekendste uitvaartondernemer, adverterend met ‘keurige uitvoering’ van de tegen die tijd ook gangbare crematies. In de oorlogsjaren gaat het bedrijf gewoon door. Willem is wel diep onder de indruk als hij een overledene ophaalt in Rotterdam, daags na het verwoestende bombardement daar. Aan het einde van de jaren ontstaat er een tekort aan hout en doen deuren en panelen van kasten dienst als doodskist.

Nieuwe generatie

In 1963 is het tijdperk van Willem ten einde en staat er niet meteen een opvolger uit de derde generatie klaar. Op verzoek van de familie zet oudste kleinzoon Hessel van Dijk dan toch het bedrijf voort. De nu 84-jarige Hessel: “Ik was de eerste Van Dijk, daarvoor waren het allemaal Kramers. Ik studeerde toen geschiedenis, maar een baan vinden was moeilijk, laat staat een huis. En toen kwam er ineens deze mogelijkheid, én de kans een familietraditie hoog te houden. Ik ben toen samen met mijn vrouw ingestapt.”
Al snel merkte Hessel hoe bijzonder het vak eigenlijk is. “In het begin vond ik het erg moeilijk. Je komt in situaties terecht waarop je niet bent voorbereid, maar het heeft uiteindelijk hele mooie menselijke kanten. De gesprekken en verhalen over het leven en de bijzonderheden van de overledene maken het mooi.”
De tekst gaat verder onder de foto's.
Een ouderwetse rouwstoet in Arnhem.
Een ouderwetse rouwstoet in Arnhem. © Kramer
Hessel (l.) en Dirk van Dijk.
Hessel (l.) en Dirk van Dijk. © Kramer

Vijf en zes

Inmiddels zijn de vijfde en zesde generatie samen aan het werk in het familiebedrijf. Dirk-Jan nam de boel in 1998 over van vader Hessel. Zijn zoons Bauke (21) en Hessel junior (23) renden als kleine kinderen al rond de rouwauto’s en sprongen in de drukke coronatijd bij als chauffeur. Als het druk is in het ziekenhuis, dan heeft ook de uitvaartbranche handenvol werk, merkte het Arnhemse familiebedrijf. Inmiddels is het niet meer zo druk als in de eerste coronagolf, al zijn uitvaarten nog steeds ‘heel anders’. Kleiner van omvang, maar daardoor vaak juist intiemer.
Bauke volgt een auto-opleiding, maar leert het vak van zijn familie nu van nabij kennen: “Chauffeuren is leuk en belangrijk, je krijgt van iedereen voorrang. Het is natuurlijk emotioneel werk en dat maakt het soms lastig. Het gaat beter als je je goed op je taak concentreert.”

Intiem moment

Zoon Hessel, die op het punt staat een opleiding tot skileraar te volgen, sluit zich daarbij aan. “Je komt op een intiem moment binnen bij een familie. Het is moeilijk, je neemt echt iemand weg uit een huis. Ons doel is om dat op een geruststellende manier te doen voor de nabestaanden. Je kunt het verschil maken. En achter de schermen houden we het gezellig en lachen we ook met elkaar. Want anders verdwaal je.”
Verdwalen kan ook in het uitgebreide wagenpark van Kramer, waarvan het hoofdkwartier nu te vinden is aan de Weg langs de Begraafplaatsen in Arnhem, nabij Moscowa. Zelfs de koets die meereed voor koning Emma is nog in bezit. De liefde voor de fraaie auto’s is er nog steeds, zegt Dirk-Jan van Dijk als hij een statige grijze Daimler een flinke poetsbeurt geeft. “Maar ze vormen een decor. De passie voor het vak is het belangrijkst. Het verveelt nooit en we doen het nog steeds met veel liefde.”
Een verzameling rouwauto's.
Een verzameling rouwauto's. © Kramer.