Nieuws

Geen gele akkers meer: boeren uit Lochem laten gifspuit in de schuur

LAREN - Geelgekleurde akkers door chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw, daar willen ze in Lochem vanaf. Boeren en loonwerkers onderzoeken samen hoe het groener kan door onkruid te lijf te gaan met machines, in plaats van met vergif.
Over het gebruik van de onkruidverdelger glyfosaat in de landbouw is al jaren veel discussie. Het zou volgens tegenstanders kankerverwekkend zijn, de biodiversiteit om zeep helpen en het water verontreinigen.
Bekijk de video. De tekst gaat daaronder verder.
Loonwerkers uit Lochem laten de gifspuit dit voorjaar staan

Kijken hoe het anders kan

Boeren en loonwerkers uit Lochem willen iets met de aanhoudende discussie. "We willen de maatschappij ook ten gunste staan. Daarom willen we als boeren nu kijken: kunnen we het dan anders doen?", vertelt Henry Mentink van landbouw-innovatiecentrum De Marke. Hij monitort deze zomer de resultaten van het werken zonder glyfosaat in de Achterhoek.
Want hoe het anders kan, dat zoeken loonwerkers en boeren momenteel uit op een testweiland in Laren. Een initiatief van zes Lochemse loonwerkers, LTO Noord en De Innovatie Coöperatie.
Nooit meer een druppel glyfosaat gebruiken is volgens Mentink niet het doel. "Het is ook wel gemak wat soms de mens dient, maar omstandigheden kunnen er ook voor zorgen dat een boer glyfosaat moet gebruiken." Minderen is het uitgangspunt. "Zodat we glyfosaat op den duur alleen nog maar als medicijn, op kleine schaal, inzetten."

Machinaal werken

Om zonder chemie het land voor te bereiden op de maisteelt moet het land mechanisch bewerkt worden. Op het testland zijn stroken ingericht, waar iedere loonwerker met een andere machine de grond dit voorjaar heeft bewerkt.
Deze week is de mais de grond in gegaan. Vanaf nu wordt op iedere strook bijgehouden hoe de mais groeit en hoeveel onkruid er omhoog schiet. "Het zou kunnen dat een machine beter of slechter werkt. Daar hopen we later dit jaar achter te komen."
Arjan Sturris uit Laren is één van de loonwerkers die meedoet. Hij gebruikt momenteel - in opdracht van boeren - al minder glyfosaat. "De meeste boeren willen wel minder bestrijdingsmiddelen, omdat het beter is voor de natuur." Toch zijn er ook nog veel boeren die het middel juist wel willen gebruiken. "Het is een makkelijk middel, je gaat er met de spuit overheen en het onkruid sterft af. Een week later kun je het alweer bewerken."
Werken zonder glyfosaat betekent voor Sturris dat hij vaker en langer op de trekker zit. "Je moet de percelen vaker bewerken, dus je hebt meer arbeid wat je moet doen op de grond. Maar dat is voor ons geen probleem." De boer betaalt wel meer, omdat de loonwerker langer op de trekker zit.

Oppassen voor een verbod

Het verdienmodel van de boer werkt volgens Mentink niet mee om een duurzamere keuze te maken. "We moeten aan het eind een boterham verdienen en een mooi product neerzetten. Chemie is dan soms goedkoper of net zo duur als een grondbewerking. En dat zijn ook keuzes die meespelen. Maar als wij met z'n allen zeggen: we willen minder chemie gebruiken, dan gaan we daarmee aan de slag. Maar voor een duurzame landbouw hebben we wel een verdienmodel nodig."
Volgens Mentink moet de sector oppassen met het grootschalige gebruik van chemie, zoals glyfosaat. "Als we het altijd maar zouden gebruiken, dan gaat de overheid een keer zeggen: we stoppen ermee. Dus laten we als sector zeggen: laten we 'm gebruiken waar het nodig is. Dus alleen als de grond bijvoorbeeld ziek is en een natuurlijke oplossing niet afdoende is."