Nieuws

'Hoofdredacteur mist burgermoed'

'Hoofdredacteur mist burgermoed'
Hoofdredacteur Pijnappels van De Gelderlander mist burgermoed.
ARNHEM - Hoofdredacteur Pijnappels van De Gelderlander mist burgermoed.
Dat schrijft de Arnhemse hoofdofficier van Justitie Lucas in een open brief.
Aanleiding is een brief die Pijnappels heeft gestuurd aan de Marokkaanse verdachte die twee journalisten van zijn krant heeft bedreigd. In die brief betuigt Pijnappels spijt over het feit dat de verdachte lang in voorarrest heeft gezeten.
'Verbazingwekkend', aldus Lucas. Pijnappels zou de persvrijheid moeten verdedigen en geen 'knieval' moeten maken voor de bedreiger van zijn medewerkers.
Eerder zei Pijnappels nog de bedreiging onaanvaardbaar te vinden. Die ferme toon staat haaks op zijn latere uitingen, aldus Lucas.

De volledige tekst van de brief van Lucas luidt:


Ingezonden brief naar aanleiding van het artikel in de NRC dd 1 april 2010
9 april 2010 - Arrondissementsparket Arnhem
Tijdens het voorbereiden van een gewapende overval zouden twee jongens voor de politie zijn gevlucht op een bromscooter en daarbij een ongeval met dodelijke afloop veroorzaakt hebben. Eén van de jongens wordt ook verdacht van bedreiging van een medewerker van het UMC St. Radboud Ziekenhuis in Nijmegen toen hij gewond daarheen werd gebracht.  Een kwestie die veel stof heeft doen opwaaien in de media. Naar aanleiding daarvan heeft de Gelderlander een aantal artikelen geplaatst. Echter voordat er een interview met de moeder en zus van een van de verdachten geplaatst kon worden bedreigde een broer van één van de verdachten twee medewerkers van de Gelderlander. Het interview is tot op heden niet geplaatst.
Op 10 februari was de hoofdredacteur van De Gelderlander, Kees Pijnappels, te gast bij Pauw en Witteman naar aanleiding van de bedreiging van de medewerkers van de Gelderlander. In die uitzending gaf hij nadrukkelijk aan zeer onder indruk te zijn van de bedreigingen. Ook zei hij daar dat dergelijke bedreigingen effect hadden op zijn werk. Naar mijn oordeel zeer begrijpelijke woorden. Bedreigingen zijn in zijn algemeenheid natuurlijk onaanvaardbaar en dat geldt nog meer voor bedreigingen die effect hebben op de vrije nieuwsgaring in een democratische samenleving. Pijnappels zei in die uitzending dat hij dergelijke effecten absoluut onaanvaardbaar en onacceptabel vond. Voorts gaf hij een aantal redenen waarom hij het interview met de moeder en zus van een van de verdachten niet geplaatst had. Ik zal hier geen mening geven over de beslissing van Pijnappels om het interview dat aanleiding was voor de bedreiging niet te plaatsen, maar stel  vast dat de bedreiging wel het gewenste effect heeft gehad. Direct of indirect. Het interview is tot op heden immers niet geplaatst.
Niet alleen Pijnappels maar ook politie en Openbaar Ministerie vonden de bedreiging van de journalisten een zeer ernstige zaak en hebben deze zaak direct opgepakt, waarna al snel  de verdachte kon worden aangehouden en voorgeleid aan de rechter-commissaris. De rechter-commissaris heeft op vordering van de officier van justitie de bewaring bevolen en daarna  is deze verdachte door de raadkamer van de rechtbank (weer op vordering van de officier van justitie) in voorlopige hechtenis gehouden tot aan de zitting op 31 maart. Juist de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze gepleegd waren hebben bijgedragen aan de voortdurende voorlopige hechtenis van de verdachte. 
Mede doordat Pijnappels onder meer in de media heel nadrukkelijk had aangegeven dat hij het onacceptabel en onaanvaardbaar vond dat journalisten worden bedreigd  was het meer dan verbazingwekkend  ter zitting vast te stellen dat Pijnappels aan de verdachte een brief gestuurd had waarin hij zijn spijt tot uitdrukking bracht over het feit dat de verdachte zo lang in voorarrest had gezeten. In zijn brief stelde hij dat het nooit zijn bedoeling was geweest dat de zaak zo hoog zou oplopen.
Mogelijk heeft de hoofdredacteur van De Gelderlander zijn redenen gehad voor deze brief. Deze redenen zijn mij echter niet duidelijk geworden, ook niet na een telefoongesprek met hem. Bovendien zouden  deze redenen hoe dan ook haaks staan op zijn eerdere beweringen en zijn ‘publieke’ stellingname dat een dergelijke bedreiging  onaanvaardbaar en onacceptabel is. Ik  mis hier de Zivilcourage, burgermoed, om op te staan en te blijven staan tegen gedaan onrecht. Burgermoed die verwacht wordt van elke burger maar zeker van mensen die de publieke taak dienen, zoals bijvoorbeeld brandweer, politie,  ambulancepersoneel of gemeenteambtenaren. Deze burgermoed stelt soms hoge eisen aan die mensen, dat begrijp ik. Al deze personen gaan de volgende dag weer aan het werk met het risico dat zij hun bedreiger weer tegen het lijf lopen. Niet optreden maakt hen echter uiteindelijk ook slachtoffer. Zij, en anderen kunnen immers dan weer slachtoffer(s) worden van dezelfde dader. Het is niet voor niets dat er door politie en Openbaar Ministerie gezocht wordt naar mogelijkheden om hen nog beter te beschermen en desnoods te beveiligen indien daarvoor redenen zijn. Dat is de taak van de samenleving die deze vormen van burgermoed dient te belonen door zoveel mogelijk veiligheid te bieden. Maar dat laat onverlet dat  burgermoed  wel nodig is om te voorkomen dat mensen die menen dat zij door het uiten van bedreigingen krijgen wat hen niet toekomt. Daarmee wordt de kern van onze samenleving, namelijk de rechtsorde, gehandhaafd. Juist die burgermoed verwacht ik van een hoofdredacteur, één van de voormannen die de persvrijheid tegen elke prijs zou moeten verdedigen. Ik vind het dan ook  teleurstellend dat een hoofdredacteur alsnog een knieval lijkt te maken voor diegene die zijn medewerkers heeft bedreigd.
John Lucas
Fungerend Hoofdofficier
Arrondissementsparket Arnhem
Gelderland Zuid

De volledige ingezonden brief op de website van het Openbaar Ministerie vindt u hier.

Hieronder volgt de integrale tekst van de brief die hoofdredacteur Kees Pijnappels eerder stuurde naar de 18-jarige verdachte:

Geachte heer ...,
Staat u mij toe dat ik mij in deze brief tot u richt. Mijn naam is Kees Pijnappels, hoofdredacteur van dagblad De Gelderlander. Ik zou graag met u willen praten over het incident op vrijdag 5 februari. De gebeurtenissen van die dag en de dagen daarna hebben diepe indruk gemaakt op de journalisten van onze krant. Dat geldt niet alleen voor uw houding naar De Gelderlander, maar evenzeer voor de grote aandacht in alle media én de wijze waarop justitie heeft gereageerd. Het spijt me in het bijzonder dat u als gevolg van deze zaak zo'n lange tijd in hechtenis bent genomen, in afwachting van de rechtszitting. Ik ben er van overtuigd dat het uw noch onze bedoeling was dat deze kwestie zo hoog zou oplopen.
Ik wil nog maar eens onderstrepen dat de Gelderlander nooit de goede naam van uw familie heeft willen aantasten. Dat was ook precies de reden dat onze verslaggever nog eens contact opnam met uw moeder om over het verhaal te praten.
Ik denk dat zowel u als ik, en op de achtergrond ook uw familie, er bij gebaat zijn om met elkaar in gesprek te komen. Het lijkt me voor iedereen goed als we door zo'n gesprek niet langer tegenover elkaar staan, maar er aan beide kanten begrip ontstaat voor elkaars standpunten. Ik zou het dan ook erg op prijs stellen om op korte termijn, graag nog voor de rechtszitting, met u te kunnen praten. Het is wat mij betreft geen enkel probleem als uw advocaat en/of iemand van uw familie daarbij aanwezig is.
Ik hoop spoedig van u te horen.
Kees Pijnappels

Eerdere berichtgeving: