Nieuws

Markante juweliersfamilie al bijna 70 jaar een begrip in Gelderland

VELP - In de derde aflevering van Fa. Milie BV, zien we Tanja Saarberg-van Zeeland met haar dochters en werknemers na een grote verbouwing feestelijk proosten op de heropening van Paul van Zeeland Juweliers in Velp. Bij het heffen van het glas denkt ze ook even aan haar vader overleden Paul van Zeeland. Hij begon het bedrijf 67 jaar geleden met de verkoop van horloges en klokken op de markt in Nijmegen.
Na zijn diensttijd in Batavia besluit Paul van Zeeland zijn zakeninstinct te combineren met de liefde voor sieraden en horloges. In 1953 start hij met de verkoop van horloges. Hij is dan 25 jaar oud. Al gauw is er ook een eerste fysieke winkel, in de Dommer van Poldersveldtweg in Nijmegen. Maar op de markt voelt hij zich het meeste thuis.

Reizend koopman

Als reizend koopman staat hij jarenlang met zijn handelswaar afwisselend op de markten van Nunspeet en Oss. Op vrijdag is het vaste prik in Arnhem en op maandag en zaterdag staat hij op de markt van Nijmegen. Het is hard werken in die tijd, maar het is ook een belevenis.
Dochter en huidige eigenaar Tanja Saarberg-van Zeeland vertelt met veel warmte over hem: 'Mijn vader was een knappe man om te zien. Dat zie je ook wel op de foto’s van toen hij net terug was uit Nederlands-Indië. Hij heeft daar 2,5 jaar gevochten. De gruwelijke dingen die hij daar meemaakte, droeg hij als veteraan in zijn leven altijd met zich mee. Hij heeft zijn momenten gehad. Maar hij had een sterke persoonlijkheid.'
Een jonge Paul van Zeeland (tekst gaat verder onder de foto):
© Fam. van Zeeland

Om Paul van Zeeland kon je niet zomaar heen

'Markant, zo omschreven we hem toen hij in 2015 overleed. Hij zorgde wel dat hij er kwam. En dat deed hij op een aparte manier. Mijn vader was een echte zakenman, maar tegelijkertijd een hele lieve man die goed voor zijn personeel was. Als iemand onrecht werd aangedaan, dan zorgde hij dat het goed kwam. Je kon niet zomaar om hem heen. Hij nam zijn verantwoordelijkheid. Ook naar de marktkooplui toe. Op een gegeven moment wilden ze het voor elkaar krijgen dat de markt van onderaan bij de Waal naar de binnenstad werd verplaatst. Toen was hij het die namens alle marktkooplui in de gemeenteraad sprak.'
'Verkopen is het mooiste dat er is, dat zei mijn vader altijd. En ik ben dat met hem eens. Vanaf mijn zesde ging ik op zaterdag al mee naar de markt', vertelt Tanja. 'Het vak van horlogeverkoper is niet geloofwaardig als je daar als kind al gaat staan. Dus ik hielp de buurman. Die had kopjes. En die daarnaast had ondergoed. Tegen het einde van de dag hielp ik het ondergoed netjes opvouwen en stopte ik de onverkochte kopjes terug in de doosjes.'

Lust en leven

Toen Tanja elf was mocht ze bij haar vader achter de kraam. 'Het was vroeg opstaan, lang reizen, hard werken, maar ook genieten. Je kende iedereen. Het was een wereld op zich. Als de rest van de markt werd afgebroken, eindigden we de dag vaak met een lekkerbekje of rolmops bij de viskraam. Als je ouder wordt, krijg je steeds meer verantwoordelijkheid. Ik had ook wel eens geen zin. Dan bleef ik thuis en deed ik wat anders. Maar meestal had ik dat wel. Het was onze lust en ons leven.'
'Pas veel later gingen we echt de winkel in. Ik was al zestien. Op een gegeven moment werd er veel gestolen op de markt en was mijn vader het zat. Hij was ook dringend nodig in de zaak. Het was altijd fijn als hij er was. In zijn gedrag was hij enigszins bijzonder. Een kameleon. Hij kende iedereen, sprak de taal van iedereen. In elke situatie kon hij zich wel verplaatsen. Hij had bovendien veel gelezen. Was beleerd, ook al had hij alleen lagere school gedaan. Maar zakelijk was hij ook. Hij heeft mijn broer en mij veel geleerd over de harde zakenwereld. Voor mij was het mijn partner, mijn steun en toeverlaat. Ik heb altijd naast hem gestaan bij alles wat we deden.'

Een woonhuis vol met handelswaar

Voor de handel reist Paul van Zeeland veel naar het buitenland en zo ontmoet hij zijn Duitse vrouw Karin. In de trein op weg naar Idar-Oberstein om bijouterie in te kopen. Samen krijgen ze een zoon en drie dochters: Paul junior (Paulus), Simone, Tanja en Ester. De handel in klokken, horloges en sieraden neemt een grote plaats in binnen het gezin Van Zeeland. Ook letterlijk. 'Vroeger toen we nog op Plattenburg (de wijk in Arnhem) woonden, was ons hele huis vol met handelswaar. De voorkamer stond er vol mee, het lag onder de bank, we sliepen er nog net niet op.'
Tanja beschrijft het als een rumoerig gezin. 'Mijn vader had een Joodse moeder en we grapten vaak ‘wat is dat hier een Jodenkerk’. Er werd altijd veel lawaai gemaakt. De telefoon ging ook voortdurend. Klanten hielden zich niet aan kantoortijden. Tegenwoordig is het iets anders door al die alarmen, maar voorheen hielp je een klant ook nog gerust na sluitingstijd. Wij aten niet zoals de meeste andere gezinnen stipt om vijf uur. Nee, wij aten als het eten klaar was, en spraken dan over horloges. Het kon zomaar zo zijn dat je om twaalf uur ’s nachts pas aan de koffie zat omdat je in de avonduren nog een klok moest wegbrengen.'

Voor een huwelijk offer je geen werkdag op

Opgroeien in een zakengezin is anders, maar niet vervelend. 'Ik was vaak schoolziek. Dan werd ik gauw even ziek gemeld om mee te gaan naar de klokkenfabriek, of naar handelaren in Rotterdam. Na school moest ik op tijd terug zijn. Bij thuiskomst stond er geen kopje thee met een koekje klaar, maar moest je meteen de winkel in. Zelfs na het doen van mijn examens kon ik meteen door naar de zaak.' Tanja lacht: 'Ik mocht op een woensdag trouwen, want dan had mijn vader een vrije dag. Je offert geen werkdag op voor een huwelijk, zo was dat gewoon.'
Twee ondernemers in één bed, dat werkt heel goed
Tanja Saarberg - van Zeeland
'Hoe het precies is, dat kun je niet uitleggen. Dat moet je meemaken. Mijn partner was lang vertegenwoordiger, maar is tegenwoordig ook zelfstandige. Als audicien verkoopt hij hoortoestellen.  Twee ondernemers in één bed, dat werkt heel goed. In het begin hebben we veel gepraat: hoe dat precies gaat met kassasystemen, klanten, de aanslag, accountants, et cetera. Nu snapt hij wat het is. Het is alweer acht jaar verder en ook hij heeft nu een goedlopende zaak. We begrijpen elkaar.'
De juwelierszaak bestaat nu 67 jaar. De eerste vestiging aan de Dommer van Poldersveldtweg in Nijmegen verhuisde via het Kelfkensbos steeds een beetje dichter naar het centrum. En in 1977 koopt Paul van Zeeland het monumentale pand in Velp waar het gezin boven de zaak gaat wonen. In het koetshuis wordt het atelier voor de goudsmeden, horlogemakers en klokkenmakers gehuisvest.
Luchtfoto van het pand aan de Arnhemsestraatweg. Erachter is het atelier gevestigd, waar de horlogemakers, goudsmeden en klokkenmakers werken (tekst gaat verder onder de foto): ​​​​​
Luchtfoto van het juwelierspand aan de Arnhemsestraatweg in Velp.
Luchtfoto van het juwelierspand aan de Arnhemsestraatweg in Velp. © Fam. van Zeeland

Een grote wending

Dochter Tanja is samen met zoon Paul Junior de beoogde opvolger. Maar als die in 2004 plotseling overlijdt op 41 jarige leeftijd, ziet de toekomst er heel anders uit. 'Hij viel zomaar dood neer. De post nog in zijn handen. Het overlijden van mijn broer, dat was de hel. Het was een grote klap voor mijn ouders. Zij waren totaal van slag. Maar je kunt de zaak geen week dicht doen. Het is dan wel heel fijn als mensen, klanten, vragen hoe het met je gaat. En dan? Mijn broer Paulus was een belangrijk deel van het bedrijf, verantwoordelijk voor de financiële zaken. Je bent het samen. Ongemerkt overleg je veel dingen. Maar je bedrijf moet wel verder. Uiteindelijk vonden we daar wel een weg in. We hebben de schouders eronder gezet.'
Twee winkels hebben we gesloten toen hij stierf
Tanja Saarberg - van Zeeland
Langzaam wordt het imperium uitgebreid. Tanja: 'We hebben ook wel vijf winkels gehad. In Veenendaal, Deventer, Apeldoorn, Wageningen. Twee ervan waren van mijn broer Paulus. Die hebben we gesloten toen hij stierf. En ook Apeldoorn en Wageningen hebben we uiteindelijk afgestoten. Twee is druk genoeg.'
'Mijn vader, inmiddels 75 jaar oud en al wat meer op de achtergrond, moest weer meer gaan doen in het bedrijf. Want ik was er nog niet helemaal klaar voor.' Uiteindelijk werd hij dement. De ziekte duurde zes jaar. Toen hij nog leefde en Alzheimer had, wilde ik het bedrijf niet overnemen. En het hoefde ook niet. Alles was al goed geregeld met de aandelen en dergelijke. Het voelde niet gepast. Het was een kwetsbare man geworden die heel ziek was. Dat zakelijke deel paste niet meer bij hem. Of bij leven en bij het volle verstand, of bij sterven vond ik. Maar niet in die schemerzone. Toen mijn vader was overleden dacht ik: nu mág het ook.'
Hij was de generaal, hij besliste
Tanja Saarberg - van Zeeland
Paul senior stierf in 2015, hij werd 86 jaar. Drie jaar later, in 2018 neemt Tanja het juweliersbedrijf officieel over. 'Directeur was ik al heel lang, al voordat mijn broer stierf. Maar in dat jaar werd ik DGA. Zo’n overname gebeurt pas als je eraan toe bent. Het is namelijk niet: Oh leuk, ik ga een bedrijf krijgen. Bij ons is dat proces al veel eerder in gang gezet. Toen mijn vader ouder werd, verdween hij meer naar de achtergrond. Maar! Hij was de generaal. Hij besliste. Naar een functie toegroeien, dat heeft heel veel tijd nodig. Je moet kunnen leren van je fouten. Hij liet ons rijpen. Vanaf mijn veertigste had mijn vader het regelmatig over wat ik nog moest leren en wat ik al kon.'
'Ik geloof ook niet dat je op je dertigste al een zaak moet overnemen. Dan krijg je onherroepelijk een burn-out. Je moet er iets meer boven staan, dan werkt het beter. Je moet een batterijtje kunnen vervangen, een bandje aanzetten, eens een factuur betaald hebben. Je moet er zeker van zijn dat je alles al eens beleefd hebt. En je moet leiderschap in je hebben, durven beslissen. Daarnaast moet je lief zijn. Eerlijk zijn. Eigenlijk zijn er best veel voorwaarden', grapt Tanja.
'Een bedrijf overnemen is niet niks. Er zijn veel mensen in dienst. Je moet die verantwoordelijkheid willen dragen. Je moet het in je hebben. Maar nu ik het uiteindelijk heb gedaan gaat het goed, ik doe mijn ding.”

Uitstapje naar Douglas

Soms moet je zelfs even weggaan, om daarna definitief terug te keren. Een jaartje is Tanja weggeweest. 'Mijn zwager was nog hier in Velp in het bedrijf en daar kon ik niet mee opschieten. En ik was er een beetje klaar mee. Na een uitstapje van een jaar naar Douglas vroeg mijn broer: heb je niet lang genoeg vakantie gehad? Enfin, ik heb daar een mooi afscheid gehad en ben teruggekomen. Toen is er veel veranderd. Dat was het moment waarop je écht voor een bedrijf kiest en weet je dat je het écht gaat overnemen. Dat je beseft: dit is het dus. In die zin is het uitstapje heel goed geweest. Ik heb even gekeken in een andere keuken en wist wat ik kan.'
'Als je denkt nu is het moment daar, gaan er sowieso nog wel twee, drie jaar overheen. Dat heeft voeten in de aarde. Er bestaan niet voor niets allerlei bedrijven om je daarin te begeleiden. Druk heb ik uiteindelijk niet gevoeld. Als je jonger bent, lijkt het iets heel groots. Maar op een gegeven moment is het zo ver en weet je: ik ga het gewoon doen.' In 2018 heeft Tanja dan ook heel trots getekend. Met de pen van haar overleden broer Paulus. 'Die hadden we al die tijd bewaard. Het zonnetje scheen, de kerkklokken luidden. Toen wist ik: dit is het juiste moment.'

Allemaal familie

De juwelier heeft nu een vestiging in Velp en in Nijmegen die beide bestierd worden door Tanja. In het bedrijf wordt het begrip familie ruim genomen. Zo’n dertig mensen zijn in dienst. Van goudsmeden, klokkenmakers, horlogemakers tot verkopers, boekhouders, bedrijfsleiders. Een bijzondere rol speelt Gerrit-Jan Grandia, eerder al rechterhand van vader Paul en nu die van Tanja als financieel directeur.
Sinds zij in een rolstoel belandde, haalt Gerrit-Jan Tanja elke werkdag op en brengt haar ook weer thuis. 'Laatst heb ik hem mee uit eten genomen om hem daarvoor te bedanken. Dat is echte liefde. En daar komt ook niemand tussen. Onze partners accepteren dat gewoon. Dat half uurtje in de auto om samen te praten, dat wil ik koesteren.'
'Gerrit-Jan is als een broer voor mij, de broer die ik niet meer heb. Ik ken hem al sinds ik 11 jaar oud was. Hij was de boezemvriend van mijn broer Paul en bezorgde klokken voor ons. Even nog heeft hij geprobeerd het VWO te doen, maar dit vond hij mooier. Hij is al 43 jaar in het bedrijf. Zoals het met mijn man klikt, zo klikt het zakelijk met hem. Zakelijk doen we alles samen. We zijn yin en yang. Er zijn echt wel eens woorden, maar we komen samen ook tot mooie besluiten. De verbouwing is daar een voorbeeld van.'

Rivaliteit in een zakengezin

'In een zakengezin is altijd wel spanning. Logisch ook. Het gáát ook ergens om. De financiën, daar zijn altijd wel eens woorden over. Rivaliteit tussen mij en mijn broer was er niet. Mijn broer had op een andere manier feeling met bedrijf. Ik heb altijd ingekocht. Dan kreeg ik geld mee naar de beurs om spullen te kopen. Hij deed de financiën, zat veel meer op kantoor.'
'We hadden het in die tijd ook nog niet over bedrijfsovername. Dat hielp misschien. Maar ook als hij niet was gestorven denk ik dat het goed was gegaan tussen ons. We liepen elkaar niet in de weg daarin. Later heb ik dat wel meegemaakt met de man van mijn zus die ook in het bedrijf zat. Die dacht dat hij directeur zou worden, vertoonde haantjesgedrag. Dat moet je niet hebben. Je moet niet meer willen zijn dan een ander in de zaak. Dat heeft geen zin. Je moet het samen doen, het is een samenspel. Iedereen heeft zijn taak.'
Dat geldt ook voor de volgende generatie die klaarstaat. Gerrit-Jan’s zoon Koen werkt in de zaak, net als twee dochters van Tanja. 'Mijn oudste zoon heeft vroeger ook wel een centje bijverdiend in de zaak. Maar hij is fysiotherapeut, en zijn hart ligt bij dat vak. Mijn jongste dochter Lizzy doet de dataverwerking. Ze is opgeleid om in een laboratorium te werken. De interesse voor het bedrijf kwam onlangs ineens. Kelly, de middelste is helemaal gek van de verkoop en het omgaan met klanten.'
Zelf ga ik het niet tot mijn tachtigste doen
Tanja Saarberg - van Zeeland
'De juweliersbranche is een echte mannenwereld. Maar dit is toch wel echt een vrouwenzaak aan het worden. Ik zou het fijn vinden als mijn dochters het bedrijf in willen gaan. Die tijd zal komen. Samen zullen ze er wel een weg in vinden. Zelf ga ik het niet tot mijn tachtigste doen, zoals mijn vader. Als ik het nog twintig jaar doe is dat mooi zat.'
'De naam van het bedrijf was Paul van Zeeland, de betaalbare juwelier. Dat is het enige wat ik heb veranderd, in Paul van Zeeland Juweliers. Je doet het net iets anders, maar met de ‘legacy van’. Zoals mijn vader het deed, dat heb ik als rugzak bij me. Dat is het beeld wat ik heb van hoe een bedrijf zou moeten werken en hoe je er als persoon in moet staan.'
'Uiteindelijk geef je er je eigen draai aan. Dat wordt dan het nieuwe recept. Maar terugkijkend zijn we eigenlijk altijd onszelf gebleven. Nu met de verbouwing zijn we weliswaar in een nieuw jasje gestoken, maar de formule is altijd hetzelfde gebleven: een team van lieve mensen die zorgen voor hun klanten. Dan zie je dat je het toch heel druk blijft houden. Ondanks het internet. Mensen komen heel gericht naar onze winkels toe. Een sieraad moet je toch in het echt bekijken, voelen, even om hebben gehad. Er zit een emotie bij. Dat koop je niet online.'
Kijk hier de derde uitzending van Fa. Milie BV terug. De volgende aflevering is te zien op woensdag 10 juni om 17.35 uur