Nieuws

De frietkraam verdwijnt, dreigend einde én ode aan een eetcultuur

TERBORG - Wat het frietkot is in België, is de frietkraam in Nederland. Vaak een houten hok, doordrenkt met de lucht van borrelend frituurvet. Voor Ubel Zuiderveld is het meer dan een plek voor een puntzak met friet. Het zijn vooral onderscheidende pareltjes in het Nederlandse 'IKEA-landschap' en opgetekend in een boek: De Frietkraam.
De Winterswijkse vakjournalist schreef al meerdere boeken over fastfood: Snelle Hap, Snacks&IJs, Febo een fenomeen, McSucces en Nationaal Snack Handboek. Daar is nu De Frietkraam aan toegevoegd. 'Het is een eetcultuur die verdwijnt en straks heeft niemand iets vastgelegd', zo verklaart hij de grondslag voor het schrijven van het boek.  
Bekijk de video. De tekst gaat eronder verder.
Frietkramen verdwijnen, dreigend einde én ode aan een eetcultuur

Raad van State

Frietkramen, ze zijn er in verschillende soorten en maten. Zuiderveld legde de meeste vast in de laatste vijftien jaar. Van oost naar west, van noord tot zuid. 'Er zijn al heel veel frietkramen verdwenen, in dit boek ook tien tot twintig. Elke maand stoppen er wel één, twee of drie', zegt Ubel Zuiderveld.
Niet elke gemeente is blij met een houten keet op het marktplein of in een weiland. In Middelburg deed iemand er tien jaar over om de modern ogende Frites Kiosk te kunnen openen. Hij streed tot aan Raad van State toe. 'Zó moeilijk is het tegenwoordig om een frietkraam te openen', zegt Zuiderveld. 'Ik heb het niet over de cafetaria's in winkelpanden, maar de losse wagens, al dan niet op wielen, of in houten keten.'
Hij houdt van het rommelige karakter van de frietkramen, die in zijn optiek juist sjeu geven aan de blokkendozencultuur in Nederland. 'Als mensen op vakantie gaan, vinden ze het prachtig om in oude, bijna vervallen restaurantjes te eten, waarvan de verf is afgebladderd. De oude frietkramen hebben karakter, ze geven vrolijkheid aan de openbare ruimte.'

De Saks

Zuiderveld wijst op frietkraam De Saks in Arnhem. 'Die staat al dicht bij het Openluchtmuseum en zou daar ooit een plek moeten krijgen. Je kunt er amper rechtop in staan en de eigenaar maakt eigen gerechten, zoals bijvoorbeeld aspergekroketten. Het is een hele bijzondere.' 
'Bond Heemschut, die zich inzet voor het erfgoed in Nederland, heeft laten weten dat ze minimaal één frietkraam willen conserveren en bewaren. Dat zou deze kunnen zijn. De eerste kwam in Breda, in 1868. De frietkraam hoort zó bij Nederland.'

Terugweg van vakantie

Ook Hollmann's Snackcar in Terborg vindt Zuiderveld een opvallende frietkraam. In zijn boek schrijft hij erover: '... behoort tot de meest eigenzinnige frituristische bouwsels van het land in ons derde millennium.' Op een zuil naast de frietkraam staat de familiegeschiedenis van de familie Hollmann in relatie tot de snackcar afgebeeld. Hij maakt er foto's van.
'Ik heb al veel reacties over deze gekregen', zegt de geboren Groninger over Hollmann's Snackcorner. 'Mensen bewaren er goede herinneringen aan, want op de terugweg van vakantie werd hier vroeger vaak gestopt om even een patatje te eten. Dat is heel herkenbaar voor veel mensen. Toen had je nog niet zoveel restaurants.'

Ode

Met de frietkraam is het begonnen in Nederland, het buitenshuis eten, zegt Zuiderveld. 'Daarom deze ode, ze zijn het waard om ze vast te leggen. Ze horen bij het bourgondische deel van Nederland. Er zijn er nu nog ongeveer honderd, maar binnen tien jaar zijn er bijna geen frietkramen meer met een eigen standplaats in de berm van een weg of in niemandsland.'
Bij een 'boekpresentatie' met zo'n titel hoort natuurlijk een puntzak friet. Die wordt gehaald bij Tiemessen in Etten, een moderne 'drive-in frietkraam'. 'Je moet met de tijd meegaan, daarom bakken we alleen friet van zelf gesneden aardappels', zegt eigenaar Ben Tiemessen. 
En dat proef je. 'Heb ik thuis nog nooit gedaan, zelf patat gemaakt', zegt Zuiderveld, die richting Tiemessen met nog een bekentenis komt: 'Je staat niet in het boek, ik moest een selectie maken.'
Zuiderveld heeft het boek De Frietkraam in eigen beheer kunnen uitbrengen dankzij crowdfunding, waarmee hij tot zijn verbazing al heel snel zo'n 7.300 euro binnen kreeg. Het boek is alleen te koop via de website ubelski.nl.