Zaltbommel en Maasdriel uniek met quotum voor arbeidsmigranten

Voor de meeste wethouders staat de vestiging van arbeidsmigranten uit Europese landen niet ter discussie. Dat is nu eenmaal in Europa zo afgesproken, redeneren ze. 

De gemeente Zaltbommel kiest voor een maximum van 2000 arbeidsmigranten, bijna 7 procent van het aantal inwoners. Dat aantal 'zou geen te grote (negatieve) effecten hebben op de woon- en leefomgeving, in het bijzonder de sociale cohesie, de parkeerdruk en het aanwezige voorzieningenniveau', licht verantwoordelijk wethouder Gijs van Leeuwen toe. Het streven is vooral om de kamerverhuur binnen de perken te houden.

Hij benadrukt dat het gaat om de zogenaamde short- en midstayers, die hier niet komen wonen, maar hier tijdelijk verblijven. 'Het gaat dus niet om Polen, Roemenen of Bulgaren, die zich hier permanent vestigen', aldus de wethouder. 'Het zijn mensen als u en ik. Die hebben we keihard nodig. Als wij de arbeidsmigranten hier niet hebben dan raken de schappen in de winkels leeg en worden er geen pakketjes meer bezorgd.'

De gemeente Maasdriel wil maximaal 10 procent arbeidsmigranten binnen de gemeentegrens. Dat percentage geldt voor elke afzonderlijke woonkern en is bedoeld om de druk daar te verlichten. Verder is het maximum ingesteld om de woningmarkt ook toegankelijk te houden voor jongeren.

De gemeente Barneveld heeft nog geen grens gesteld aan het aantal arbeidsmigranten, maar wil die wel. Vooral uit vrees voor verdringing van de lokale beroepsbevolking.

Bovendien wil Barneveld ook niet het huisvestingsprobleem van andere gemeenten oplossen. Momenteel verblijven er in Barneveld zo'n 660 tot 880 arbeidsmigranten. Dat is volgens de gemeente genoeg om aan de wensen van werkgevers te kunnen voldoen.