Nieuws
Weinig gedaan vandaag? Geef de smartphone niet de schuld

NIJMEGEN - De invloed van de smartphone op ons gedrag is veel minder groot dan vaak wordt gesuggereerd. Dat blijkt uit onderzoek van Niklas Johannes, die op 11 februari aan de Radboud Universiteit promoveert op onderzoek naar de impact van smartphones op productiviteit en welzijn.
Johannes onderzocht ‘de alertheid die je voelt als je smartphone in de buurt is. Je bent je toestel dan in feite continu aan het observeren, met constant de gedachte in je achterhoofd dat het wel of niet kan trillen.’
Vaak wordt aangenomen dat die waakzaamheid onze focus op andere zaken beïnvloedt, maar volgens Johannes is het tijd voor een andere zondebok. ‘Mensen doen zich een beetje hulpeloos voor als het gaat over het effect dat smartphones op ze hebben. Ons onderzoek suggereert dat de impact lang niet zo groot is als veel mensen denken.’
Positieve invloed groter dan negatieve'
De wetenschapper testte de impact van online waakzaamheid, door studenten op meerdere momenten gedurende de dag korte vragenlijsten te sturen. Ze moesten enkele vragen beantwoorden over hun huidige humeur, gevoelens over recente online en offline gesprekken en algemene gemoedstoestand. De onderzoeker bracht ook in kaart hoe lang de respondenten sociale apps als Facebook en Instagram gebruikten.
‘Wat we ontdekten was dat het gebruik van deze sociale apps slechts een zeer kleine negatieve relatie had met de gemoedstoestand. Nog opvallender was het feit dat iedereen die positieve online interacties had zich ook in het algemeen positiever voelde. De positieve impact van positieve connecties had een veel groter effect dan de kleine negatieve impact van online waakzaamheid’, vertelt Johannes.
In laboratoriumexperimenten werd deelnemers gevraagd om een korte serie taken uit te voeren, terwijl de smartphone omgekeerd op tafel naast hen lag. Aan sommige deelnemers werden tijdens de test berichten gestuurd, bij anderen lag het toestel gedurende de test stil op tafel. Opmerkelijk genoeg wisten beide groepen de taken in hetzelfde tempo uit te voeren.
Vrees voor 'smartphonezombies' overdreven
Deze resultaten suggereren samen dat smartphones waarschijnlijk een kleinere impact hebben op productiviteit en welzijn dan vaak aangenomen wordt. ‘De telefoon zelf heeft in deze situaties eigenlijk geen negatieve effecten. Smartphones kunnen ons wel afleiden, maar alleen op momenten dat we toch al open staan voor afleiding, zo suggereren onze data. Net als dat ze vooral ons humeur negatief beïnvloeden op momenten dat we ons toch al down voelen.’
Volgens Johannes blijkt uit eerder onderzoek al dat we als mensen heel slecht zijn in het beoordelen van ons eigen gedrag. 'We kunnen onszelf wel blijven vertellen dat smartphones een negatieve invloed hebben, maar dat maakt het niet opeens waar’, aldus de onderzoeker. ‘De data laten zien dat we smartphones beter in ons leven weten te passen dan we denken.'
De resultaten suggereren volgens hem dat de vrees voor 'smartphonezombies' flink overdreven wordt. 'Voor zulke claims zou op z’n minst verder onderzoek nodig zijn.’
Training om smartphone minder te gebruiken
Dat neemt allemaal niet weg dat specifieke mensen het soms lastig kunnen vinden om van hun telefoon af te blijven, weet Johannes. Om dat tegen te gaan onderzocht hij manieren om de aantrekkingskracht van smartphone apps te verminderen.
Daarvoor gebruikte hij een eenvoudige go/no-go training die ongeveer 15 minuten duurde. Bij zo'n training komen er één voor één plaatjes op het scherm. Bij de meeste plaatjes moet je zo snel mogelijk op een knop te drukken (‘go!’), maar bij sommige plaatjes mag je juist níet drukken (‘no-go!’).
'Na die training vonden deelnemers de 'no go'-apps minder leuk, en gebruikten ze de apps ook minder’, legt hij uit. ‘Hoewel ik niet denk dat smartphones voor iedereen slecht zijn, is zo’n training wellicht de eerste stap voor mensen die hun toestel minder willen gebruiken.’
Bang voor nieuwe technologie
Johannes vindt smartphones niet anders dan eerdere grote innovaties. 'In het verleden gaven we al de schuld aan muziek, games en andere afleidingen voor verschillende sociale problemen, ook als daar niet direct bewijs voor was. We moeten voorzichtig blijven: elke oudere generatie is bang voor dat wat jongere generaties omarmen. In de praktijk is ons welzijn in de afgelopen twintig jaar stabiel gebleven, en er is geen indicatie dat smartphones of andere nieuwe technologieën daar een negatieve impact op hebben gehad.’