Nieuws

Communicatie was de zwakke plek in de hulpverlening rond de aanvaring van de stuw bij Grave

ARNHEM - Twee uur en 15 minuten na de melding van de aanvaring bij Grave werd de minister van Infrastructuur en Milieu geïnformeerd. Het Twitterbericht voor de omwonenden kwam pas drie kwartier later.
Bureau Berenschot onderzocht in opdracht van Rijkswaterstaat de communicatie tussen de veiligheidsregio's die betrokken waren bij de hulpverlening nadat een tanker met 2000 ton benzeen door de stuw tussen Nederasselt en Grave voer. Precies op de grens van de Veiligheidsregio's Gelderland-Zuid, Brabant-Noord en Limburg-Noord (die vooral te kampen hadden met de snel dalende waterstand). Dat drie veiligheidsregio's betrokken waren bij de afhandeling van het incident maakte de hulpverlening fors ingewikkelder.

Het klonkt als een F16 die neerstortte

Je zag in de nacht van 29 december geen hand voor ogen. Het was ijskoud, glad en Gelderland was gehuld in een dichte mist. Door nog onduidelijke oorzaak boort rond 19.30 uur een Duits tankschip zich door de stuw tussen Grave en Heumen. De sluiswachter beschrijft het geluid als 'een F16 die neerstortte'.
Wat er is gebeurd is op dat moment onduidelijk. Er waren geen schepen aangemeld voor de sluis, kan het de Maria Valentine zijn? Die werd kort voor de aanvaring in de omgeving gesignaleerd. De Slowaakse schipper vervoert 2000 ton benzeen, een gevaarlijke en explosieve stof.  Het schip is lange tijd onvindbaar.

Geen groot lek

Uit eerste metingen blijkt dat er een kleine hoeveelheid benzeen is vrijgekomen, maar het schip blijkt niet te lekker. Toch wordt er na het roepcontact met opvarenden niet direct een visuele inspectie gedaan van het schip om de ernst van de schade vast te stellen. De brandweer gaat terug en de hulpdiensten schalen pas later groot op nadat er klachten over stankoverlast komen uit Balgoij.

Iedereen zijn eigen eilandje

Even wordt overwogen om op te schalen naar GRIP5, een structuur waarin één veiligheidsregio de beslissingen neemt. Al snel wordt besloten dat niet te doen. Alle drie betrokken veiligheidsregio's richten een eigen Regionaal Operationeel Team (ROT) in, waar alle bazen van de hulpdiensten in zitten; de brandweer, ambulancezorg en de politie. Ook zitten er medewerkers van Rijkswaterstaat en de betrokken gemeentes in.
Alle drie de ROT's werken langs elkaar heen, elk op hun eigen eilandje. Volgens ingewijden wordt er urenlang gesoebat wie de leiding moet nemen. De inwoners van de gemeenten Heumen en Grave krijgen nauwelijks informatie, ook voor de pers is het lastig. Er gaan geruchten dat in Grave de noodsirenes zijn ingezet, maar dat gerucht wordt pas uren later ontkracht.

Kritiek op communicatie

Er was veel kritiek op het handelen van de betrokken veiligheidsregio's. Paul Mengde, destijds burgemeester van de gemeente Heumen, moest via Omroep Gelderland vernemen dat een tanker met het gevaarlijke en explosieve benzeen door een stuw was gevaren. Hij werd pas uren na het incident officieel geïnformeerd. Veel te laat, vond hij. Temeer ook omdat zijn inwoners geen idee hadden wat er aan de hand was, en welke maatregelen ze moesten nemen.
Onacceptabel, vond niet alleen burgemeester Mengde. Hij kreeg bijval van andere burgemeesters en van Clemens Cornielje, commissaris van de koning in Gelderland. Ook in de Tweede Kamer werden vragen gesteld over de communicatie tussen de veiligheidsregio's.
De Nijmeegse burgemeester Hubert Bruls weerspreekt die kritiek. 'Het had niets uitgemaakt als de burgemeester eerder was geïnformeerd, er viel niets voor hem te beslissen. De hulpdiensten waren aan zet en deden hun werk.'
Ook de omwonenden vonden dat ze te laat werden geïnformeerd. Ook was de boodschap van de communicatie niet eenduidig. Inwoners van de gemeente Grave werden geadviseerd om ramen en deuren gesloten te houden. Aan de andere kant van de Maas, in de gemeente Heumen, werd die oproep niet gedaan. Omdat het die nacht nagenoeg windstil was, liepen beide kanten een even groot risico als de tanker gelekt zou hebben.
Burgemeester Bruls, voorzitter van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid, zegt dat dat niet handig is. Wel was het volgens het protocol, het was de gemeente Grave die op eigen houtje handelde. Het bericht werd pas uren later ingetrokken. Pas drie uur na de aanvaring werd het eerste Twitterbericht verstuurd, zo staat in het rapport.

Zorg voor één beeld

Het rapport (pdf) adviseert de veiligheidsregio's na te denken over hoe in de toekomst om te gaan met incidenten waarbij meerdere veiligheidsregio's en instanties betrokken zijn. Berenschot adviseert de regio's na te denken over hoe ze een overkoepelend team kunnen inrichten, dat ervoor zorgt dat alle neuzen dezelfde kant op staan en dat iedereen van elkaar weet wat ze doen.
Als voorzitter van het Veiligheidsberaad (de overkoepelende organisatie van de 25 Nederlandse veiligheidsregio's) wil Bruls dat gesprek ook gaan voeren. Tegelijkertijd erkent hij dat er ook nadelen aan een dergelijk team kleven: 'Je moet er capaciteit voor inplannen, je hebt te maken met opkomsttijden die gehaald moeten worden. Het kost geld.'

De veiligheidsregio ís niet de baas

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat verschillende partijen de verwachting hadden dat de veiligheidsregio, of beter één regio, de leiding zou nemen. Volgens Bruls is dat niet de taak van een veiligheidsregio. 'Die sturen de hulpdiensten aan, maar hebben bijvoorbeeld geen verstand van het regelen van waterstanden; dat is de taak van Rijkswaterstaat.' De afspraken staan volgens de burgemeester zwart op wit, maar toch waren de verwachtingen anders. 'Misschien moeten we onze rol opnieuw duidelijk maken.'

Afhandeling van de schade duurde half jaar

De aanvaring sloeg een gat van 25 meter in de stuw, waardoor de waterstand in de Maas fors zakte. Scheepvaart was wekenlang onmogelijk en de schade alleen aan de stuw bedroeg al zo'n 20 miljoen euro. De economische schade voor het bedrijfsleven bedroeg zo'n 10 miljoen euro, vooral Limburgse bedrijven waren zwaar getroffen. Rijkswaterstaat heeft bijna zes maanden nodig gehad voor de reparatie van de stuw die in 1929 was gebouwd.

Nog meer onderzoek

Ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid doet onderzoek naar hoe de aanvaring kon gebeuren en het functioneren van de hulpdiensten. Dat rapport wordt later dit jaar of begin 2018 verwacht.

Zie ook:

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip of opmerking voor de redactie? Stuur ons een bericht op 06 - 220 543 52 of stuur een mail: omroep@gld.nl!