Nieuws

Radboud Universiteit: jacht in tropen desastreus

Dat er minder dieren overblijven als je er op jaagt behoeft geen diepgravende studie. Maar onderzoekers van onder meer de Radboud Universiteit in Nijmegen en de Wageningen Universiteit hebben nu in kaart gebracht hoe groot die gevolgen nu echt zijn in de tropen: 83 procent minder zoogdieren en 56 procent minder vogels. © Pixabay / Omroep Gelderland
NIJMEGEN - Dat er minder dieren overblijven als je er op jaagt behoeft geen diepgravende studie. Maar onderzoekers van onder meer de Radboud Universiteit in Nijmegen en de Wageningen Universiteit hebben nu in kaart gebracht hoe groot die gevolgen nu echt zijn in de tropen: 83 procent minder zoogdieren en 56 procent minder vogels.
Jacht zorgt in de tropen voor een fikse afname van dieren maar een systematische, grootschalige inschatting van de invloed van de jacht ontbrak tot nu. Een studie die 14 april in Science verschijnt vult dat gat. Ana Benítez-López, die werkt bij Environmental Science aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, had de leiding over het onderzoek.

Effecten tot veertig kilometer van dorpen

Het onderzoek brengt 176 bestaande studies samen om de door jacht veroorzaakte afname in kaart te brengen van dieren in de tropen van midden en zuid Amerika, Afrika en Azië. Een internationaal team van ecologen en milieukundigen laat zien dat vogel- en zoogdierpopulaties sterk afnemen in kringen van 7 tot 40 kilometer rond dorpen en wegen waar jagers toegang hebben.
Binnen die zones nemen de vogelpopulaties gemiddeld 58 procent af en zoogdierpopulaties zelfs gemiddeld met 83 procent. Ook laten de onderzoekers zien dat de jacht voor de handel heeft een grotere invloed heeft dan jagen voor eigen gebruik, en dat de druk van de jacht groter is op plekken die goede verbindingen hebben met grotere steden waar wild verhandeld kan worden.

Invloed  van de jacht groter dan verwacht

'Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan de afname van dierpopulaties in de tropen: vernietiging en versnippering van leefgebied, overbejaging etcetera,’ zegt Benítez-López. 'We zijn begonnen met de hypothese dat mensen jagen in cirkels rond hun dorp of rond de toegangsweg tot een bos. Vlakbij zo’n toegangspunt is de jachtdruk het hoogst en het aantal soorten het laagst. Verder weg neemt de dierpopulatie toe, tot het punt dat er geen invloed van de jacht meer is.'
De invloed van de jacht bleek groter dan de onderzoekers aanvankelijk verwachtten. Benítez-López: ‘Door deze studie weten we dat slechts 17 procent van de zoogdieraantallen en 42 procent van de originele vogelaantallen overblijven in bejaagde gebieden.’
Infographic: Radboud Universiteit Nijmegen

Toenemende vraag naar vlees

Niet alleen de grote, aaibare soorten maar ook vogels en knaagdieren zijn meegenomen in het onderzoek. 'Zoogdieren hebben een grotere kans om te verdwijnen', zegt Benítez-López. ‘Omdat ze groter zijn, er zit meer eten aan. Ze zijn het waard om een langer eind voor te lopen. Hoe groter het zoogdier, hoe langer de tocht die de jager zal overwegen.’
De toegenomen vraag naar wild, zowel op het platteland als in de stad, hebben er al toe geleid dat de grote soorten dicht bij de dorpen zijn verdwenen. De jagers ondernemen nu langere tochten.  Voor commercieel interessante soorten als olifanten en gorilla’s zijn de jagers bereid om nog verder te trekken, omdat de inkomsten hoger zijn.

Zelfs wildreservaten bieden geen bescherming

Ook in beschermde gebieden als wildreservaten loopt de vogel- en zoogdierpopulaties terug door de jacht, ontdekten de onderzoekers. ‘Het is echt hoognodig om betere strategieën te verzinnen voor duurzaam management van de jacht op wild.
Zowel in beschermde als onbeschermde gebieden,’ zegt de onderzoekster van de Nijmeegse universiteit. ‘Bijvoorbeeld door de activiteit van jagers beter te volgen door anti-stroopbrigades te versterken en door de wet beter te handhaven.’