Nieuws
Boswachter Henk blogt: In de winter de natuur in
ARNHEM - Met het schrijven van deze blog heeft de zon al weer loodrecht boven de Steenbokskeerkring gestaan. De winter is officieel begonnen, maar tegelijkertijd worden de dagen weer langer.
Al vanaf november is er op de Hoge Veluwe een periode van opvallende rust aangebroken. De bezoeker lijkt zich met uitzondering van de weekenden steeds vaker rondom de kachel terug te trekken, en zelfs de dieren lijken uit het Park te zijn verdwenen. Een begrijpelijke gedachte, want veel van onze broedvogels pikken in het zonnige zuiden een graantje of wormpje mee en wie niet kan of wil vertrekken moet onze winter op de één of andere manier ondergaan. De beste manier is om in de winterstand te gaan. Voor veel warmbloedige dieren zijn de in de herfst opgebouwde vetreserve en een extra dik winterkleed in de regel voldoende om een periode van kou en voedselschaarste glansrijk te doorstaan, maar dan moet je wel spaarzaam omgaan met beschikbare energie. Blijf zitten waar je zit en verroer je niet is dan ook voor de meesten het motto.

Foto: Henk Ruseler
Winterse koude of niet, je komt op het park toch ook dieren zoals moeflons tegen die het niet nodig vinden om zich te verstoppen. Zij hebben sinds hun komst in 1921 bewezen zich goed aan te passen aan een nieuwe leefomgeving en zijn door het jaar heen vooral op de open vlakten te vinden. Gewend aan een karig dieet van heide, buntgras en korstmossen kom je ze, in hun veelkleurige wintervacht, ook onder de meest barre omstandigheden op de heidevelden en korstmossteppen tegen. Dit zijn ook de landschappen waar je twee opvallende wintergasten kunt spotten, want voor de klapekster en blauwe kiekendief biedt het park blijkbaar nog voldoende voedsel om hier voor de wintermaanden neer te strijken.

Foto: Henk Ruseler
Niet iedereen zal het direct met mij eens zijn, maar het winterloofbos laat meer van zijn karakter zien dan het in de zomer doet. Ontdaan van bladeren tonen de individuele bomen de meest mooie en grillige vormen. Zeker bij het klimmen der jaren krijgt hun uiterlijk, net als bij mensen, steeds meer karakter, vooral wanneer zo’n oudje van jongs af aan de ruimte heeft gekregen om zich ongestoord te ontwikkelen. Bij deze solitairen zijn de verschillen in wintersilhouetten tussen bijvoorbeeld eik, beuk of berk eenvoudig te ontdekken. Ook de grillige en typerende boomschors komt nu beter tot zijn recht, deze huid van kurklagen beschermt de boom tegen allerlei bedreigingen zoals uitdroging, bevriezing en het binnendringen van bacteriën en schimmels. Maar er is meer dat duidelijker wordt wanneer het bladerdek is verdwenen. Ondanks de winterrust van de boom, of misschien juist wel vanwege het ontbreken van het blad, komt een bijzondere begroeiing aan het licht. Een veelheid van (korst)mossen komt door een grotere beschikbaarheid aan vocht en licht tot ontwikkeling en kleurt de bomen in alle mogelijke kleuren groen. Vooral de stamvoet is begroeid met mossen, en bij een enkele boom zijn ook de takken bekleed met een fluwelen mantel van vooral gewoon klauwtjes- en klein platmos. Wanneer op dergelijke exemplaren een zacht winterlicht schijnt zal het de blik op het winters bos op slag veranderen. De korstmossen doen hier met een breed spectrum aan grijs en groene tinten nog een schepje bovenop.
Sneeuw of geen sneeuw, er zijn dus genoeg reden om de komende winterperiode de natuur in te trekken.

Foto: Henk Ruseler