Nieuws

Gedenksteen voor 'een der flinkste kerels uit Apeldoorn'

APELDOORN - Joop Abbink en Narda van Terwisga, in 1945 stonden ze samen op de voorpagina van dagblad Trouw. De kop was: Joop terug en Narda in leven. Beide Apeldoorners waren actief in het verzet én overleefden de Tweede Wereldoorlog. Vrijdag kregen ze een gedenksteen in het verzetsstrijderspark in Apeldoorn.
Eigenlijk wilde initiatiefnemer Ger Ohmann een straatnaam voor Abbink, maar dat kon niet volgens de gemeente Apeldoorn. In de voorschriften van de gemeente staat dat de verzetsstrijder tijdens de oorlog had moeten overlijden.
Ohmann hield vol en uiteindelijk gingen burgemeester en wethouders akkoord met een gedenksteen in het verzetsstrijderspark. 
Kijk hier naar de onthulling van de gedenksteen

Leider van het Gelderse verzet

Dagblad Trouw schreef in juni 1945 over Abbink: 'Een der flinkste kerels uit Apeldoorn.' Abbink was de leider van het verzet in Gelderland. Hij deed mee aan veel gewapende acties.
Zo was hij betrokken bij de overval op de Arnhemse Koepelgevangenis waarbij een vooraanstaand verzetsman werd bevrijd. Later deed hij mee aan de bevrijding van 54 politieke gevangenen in het Huis van Bewaring in Arnhem. 

Woest op de moffen

Dochter Marjolijn Abbink (66) heeft haar vader de laatste jaren van zijn leven verzorgd. 'Hij vertelde altijd veel over de oorlog, maar ondanks alle verschrikkingen die hij heeft meegemaakt was hij vrolijk en positief.'
In een interview met Omroep Gelderland in 2004 vertelde Joop Abbink met een twinkeling in zijn ogen: 'Bij de inval in 1940 werd ik gewoon woest op de moffen, vanaf dat moment heb ik steeds gedacht: hoe kan ik die ellendelingen dwars zitten.' Abbink stond bekend om zijn rust, hij werd getypeerd als kalm en moedig. 

Rood kruis op gezicht

In oktober 1944 wordt hij gearresteerd. Hij belandt in het Duitse Kamp Neuengamme en wordt daar vlak voor de bevrijding weggehaald. Uiteindelijk wordt hij op 29 april gevonden in het vervallen barakkencomplex Sandbostel.
Marjolijn Abbink: 'Mijn vader kreeg een rood kruis op zijn gezicht, zodat de andere Britse soldaten hem niet voor dood hielden. Uiteindelijk kwam hij zwaargewond terug naar Nederland. De oorlog had geen week langer moeten duren.'

Engels tegen de thuiszorgmedewerker

Vanwege zijn tijd in het kamp was hij heel bang om opgesloten te worden. Zijn dochter had dan ook maar één plan: 'Mijn vader zou rustig sterven, in zijn eigen huis.'
'De laatste weken was hij verward, hij praatte Engels tegen de thuiszorgmedewerker. Hij was weer terug in het kamp. Uiteindelijk is hij voor mijn gevoel ook in het kamp gestorven, dat vind ik heel erg verdrietig.'