Nieuws
Stilstaan bij verdriet evacuÃs Arnhem WOII
Stilstaan bij verdriet evacuÃs Arnhem WOII
ARNHEM - Ze moesten precies 70 jaar geleden op stel en sprong huis en haard verlaten, ruim 90.000 Arnhemmers.
Jong én oud. Ze gingen lopend op weg, met het hoogstnoodzakelijke (dekens, een extra set kleren, wat voedsel) op fietsen gebonden of met opa en oma op een handkar.
Terwijl de beschietingen doorgingen, trokken de vluchtelingen richting Veluwe of Oosterbeek/Ede. Deze grootscheepse evacuatie van Arnhem en omgeving tijdens de Tweede Wereldoorlog is woensdag in het parkje bij het Velperplein, vlak bij het monument, herdacht.
Last Post
De herdenking in de stromende regen werd bijgewoond door een vijftigtal mensen: ouderen, schoolkinderen en geschiedenis-naspelers. Er was 1 minuut stilte en de Last Post werd gespeeld.
Ook was burgemeester Kaiser van Arnhem aanwezig, net als de Poolse ambassadeur. Die nam een herdruk van het boekje 'Zij die voor u paraat stonden' van de Poolse vluchteling Chil Szerkoswki in ontvangst. Hij begeleidde de vluchtelingen.
Negen maanden
Evacués vertelden hoe ze 24 september 1944 vertrokken naar een onbekende bestemming. Ze hoopten dat het voor een dag of drie was, maar het werden negen maanden omdat Arnhem pas op 16 april van het jaar daarop werd bevrijd.
De bevolking moest de stad uit, in opdracht van de Duitse Wehrmacht. Obersturmbannführer Helmut Peter gaf de opdracht tot deze volksverhuizing. De bezetter was bang dat de bevolking de geallieerden na de mislukte Slag om Arnhem zou helpen.
Boerenschuren
De evacués raakten over de hele provincie verspreid. Sommigen konden bij familieleden terecht, anderen verbleven in boerenschuren, in kerken, in scholen of trokken in huizen van weggevoerde joden.
Toen ze eindelijk terug konden naar hun eigenlijke woonplaats, wachtte hun een nieuwe teleurstelling. De stad was in puin geschoten, panden waren afgebrand. Slechts 145 woningen waren onbeschadigd, schrijft André Horlings in zijn boek 'Arnhem spookstad' uit 1995.
Weckpotten
Hun huizen waren kapot; soms waren zelfs de vloeren, deuren en meubels opgestookt. Persoonlijke bezittingen waren geroofd. De weckpotten met etensvoorraad, waar de teruggekeerden zich op verheugden, waren kapotgesmeten of volgepoept.
Fragment interview met Thea Bouhuys in Weg naar de bevrijding: