Broei in Gelderland: pas op met poetsdoekjes

Dit jaar en ook in 2013 moest de brandweer vaker uitrukken voor broei.

Broei komt doordat de temperatuur binnenin een hoop, doorgaans, plantaardig materiaal stijgt door de activiteit van micro-organismen, zoals bacteriën. Broei komt voornamelijk voor in vochtige hopen.

Het verschijnsel kan zich in elk jaargetijde voordoen, het laat zich moeilijk voorspellen. Dat komt doordat het zich in elk afvalproduct anders gedraagt. Bij palmpitschroot duurt het broeiproces dagen, maar een mengsel van rioolzuiveringsslib, papier en hout duurt maar enkele uren. Broei is zeer gevaarlijk; er zijn voorbeelden van afgebrande schuurtjes door broei.

Door snel ingrijpen wist de brandweer op 17 juni te verhinderen dat een afvalberg bij afvalcentrale ARN in Weurt in brand vloog. Op 7 juni en op 23 januari waren er ook problemen bij de centrale in Weurt. De bestrijding van een grote brand in Zaltbommel, eveneens in januari, duurde 5 dagen.

In 2013 had de brandweer de handen vol aan branden in Duiven (houtsnippers) en bij de VAR in Wilp. Vorig jaar waren er ook twee branden, in Winterswijk en Ermelo, waar poetsdoeken een hoofdrol vervulden.

Brand door poetsdoeken wordt veroorzaakt door warmte die vrijkomt bij het opdrogen van sneldrogende olijfolie of lijnolie in zulke doeken. De warmte kan niet weg, vooral als de doek als een prop ergens ligt. Hierdoor kan het gebeuren dat de temperatuur zo hoog oploopt, dat het materiaal gaat smeulen en er brand uitbreekt.

In Barneveld hebben hulpverleners en medewerkers van het afvalverwerkingsbedrijf gekozen voor het afdekken van de massa met zand. Biomassa daarentegen moet je uit elkaar halen en verspreiden. Wees ervan bewust dat dit slechts tijdelijk effect heeft. Zodra de hoop weer bij elkaar wordt geveegd, begint broei opnieuw.

De beste methode om broei te voorkomen is er voor te zorgen dat de opgeslagen biomassa droog is. In een kurkdroog product ontstaat geen broei.

Meer over broei staat onder meer hier.