Nijmegen
Samson: misbruik Neerbosch zeer ernstig
Slachtoffer boos over oud-directeur als deskundige
NIJMEGEN - De commissie-Samson noemt de verhalen over seksueel misbruik in voormalig kinderdorp Neerbosch in Nijmegen zeer ernstig.
Het is voor het eerst dat de commissie zich over deze kwestie uitlaat.
De commissie deed onderzoek naar misbruik in jeugdinstellingen. In oktober 2012 verscheen
het rapport 'Omringd door zorg, toch niet veilig' (pdf). De commissie concludeerde dat misbruik in instellingen veel voorkwam. Volgens Rieke Samson, voorzitter van de commissie, is
slechts een aantal instellingen onderzocht om een representatief beeld van de
aard en omvang te krijgen. Neerbosch maakte daarvan geen deel uit.
Oud-directeur verdacht van misbruik
Jeugdzorginstelling Lindenhout laat onafhankelijk onderzoek doen naar misbruik van kinderen in voormalig kinderdorp Neerbosch. Het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut concentreert zich op de periode 1975-1985. Oud-directeur Zalsman Wielenga heeft toegegeven dat hij één kind heeft misbruikt. Bij Omroep Gelderland en hulpinstanties zijn zo'n 10 meldingen over hem binnengekomen.
Artikel oud-directeur
Opvallend is dat in het rapport van de commissie Samson een
artikel van Zalsman Wielenga is opgenomen. Hij was destijds als orthopedagoog
werkzaam. Het gaat om een artikel uit het tijdschrift De Koepel, één van de
destijds belangrijke vaktijdschriften voor de sector Jeugdzorg. Volgens de
Universiteit van Groningen, die de bijlage bij het rapport Samson samenstelde,
wordt het artikel van Zalsman Wielenga genoemd omdat het een ontwikkeling
schetst van de seksuele cultuur binnen de jeugdzorg in de onderzoeksperiode
1945 tot heden. Slachtoffers van Zalsman Wielenga vinden het zeer pijnlijk dat
Zalsman Wielenga als deskundige wordt opgevoerd in het rapport.
Reactie slachtoffer:
Verdenkingen bij commissie niet bekend
Volgens de commissie-Samson wisten de onderzoekers niet van de verdenkingen. Rieke Samson laat weten dat de commissie zeer alert was op
zogenaamde 'hotspots' en herhaald daderschap, maar dat de commissie beide niet
heeft aangetroffen. Diverse slachtoffers van Zalsman Wielenga zeggen echter
tegen Omroep Gelderland dat ze zijn naam bij de commissie hebben genoemd. Samson zegt dat ze dit niet meer kan nagaan. De commissie is
inmiddels opgeheven.
Samson is ervan overtuigd dat er geen sprake is geweest van meldingen over één dader die verschillende slachtoffers heeft gemaakt. 'Als dat wel het
geval zou zijn geweest, dan had ik dat geweten. Wij, de leden van de commissie
en de medewerkers, waren daar namelijk zeer alert op.'
Passage uit rapport, deel 3 (bijlagen), pagina 209:
Seksuele cultuur binnen de inrichting in de periode 1945-1965
Zalsman
Wielenga, P.J.R. (1972). Kanttekeningen bij de seksuele opvoeding in
internaten.
De Koepel, 9, 281-285.
De Koepel, 9, 281-285.
'Maar,
zoals werd betoogd in De Koepel, voor veel groepsleiders en stafleden was
het moeilijk om de pupillen tot steun te zijn bij hun seksuele ontwikkeling (Zalsman
Wielenga, 1972, pp. 281-285). Er werd weinig aandacht aan besteed in de opleiding
en daardoor ook in de praktijk. De auteur beschrijft in dat kader het weglopen van
twee jongens van 13 en 14 jaar oud. De instelling wist dat deze jongens in
waren gegaan
op de uitnodiging van een man die bij de politie als pedofiel bekend was. Ook de
politie was op de hoogte van de verblijfplaats van de jongens. Men ging echter
‘ten gevolge
van onderbezetting bij het politiecorps en drukte elders’ pas de volgende dag poolshoogte
nemen. Inmiddels had de man een van de jongens misbruikt. De zaak werd niet
hoog opgenomen. Men stelde vast dat de jongens ‘wel een beetje geschrokken’ waren
(Zalsman Wielenga, 1972, pp. 281-285). Uiteindelijk leidde deze affaire tot het meer
openlijk bespreekbaar maken van seksualiteit binnen deze instelling.'