Nieuws

Meeste Europese subsidie naar Wageningen

WAGENINGEN - Van alle Gelderse steden ging het afgelopen jaar de meeste Europese subsidie voor innovatie naar Wageningen.Vorig jaar ontving Wageningen voor onderzoek 34 miljoen euro aan Europese subsidie.
Daarmee staat de stad landelijk op de derde plaats. De Wageningen Universiteit wist geld uit Brussel binnen te halen met algenonderzoek.
In heel Nederland kregen alleen de technische universiteiten van Twente en Delft meer geld. Nijmegen ontving vorig jaar bijna 26 miljoen euro. In beide Gelderse steden zitten universiteiten die veel onderzoek van landelijk belang doen en hiervoor subsidie krijgen.
Arnhem volgt als derde Gelderse stad op afstand met 5,5 miljoen euro. Ook in Apeldoorn (4,3 miljoen) en Ede (1,7 miljoen) kwam meer dan een miljoen euro aan Europees geld binnen.

40 euro per Gelderlander

In 2012 ging er zo'n 80 miljoen euro van de Europese commissie naar de provincie. Het gaat in dit geval vooral, maar niet uitsluitend, om de financiering van wetenschappelijke onderzoeksprojecten, die in totaal zo'n 20 procent van het Europese budget uitmaakt.
In totaal ontvangen Gelderse instellingen zo'n 80 miljoen euro van de Europese commissie om onderzoek te doen. Dat is 40 euro per Gelderlander.

Natuurrampen

Niet al het geld dat vanuit Brussel zijn weg naar de provincie vindt, wordt hier besteed. Buiten de universitaire wereld was het bijvoorbeeld de in Apeldoorn gevestigde stichting ZOA die het hoogste bedrag overgemaakt kreeg, in totaal zo'n 3,2 miljoen. Daarvan zal bepaald niet heel veel worden uitgegeven in de provincie, aangezien de stichting zich inzet voor door oorlogen en natuurrampen getroffen gebieden.
Gemiddeld ging er in heel Nederland 52 euro per inwoner vanuit Brussel naar Nederlandse bedrijven en instellingen, in totaal zo'n 865 miljoen euro. Veel grote bedragen gaan naar instellingen met een landelijk belang, zoals (semi-)overheidsinstellingen. Die zitten vooral rond Den Haag en Amsterdam, waardoor de meeste andere regio's en steden bijna automatisch onder het landelijk gemiddelde zitten.
Alleen Utrecht en Groningen, met grote universiteiten tegenover relatief weinig inwoners, komen ook boven het landelijk gemiddelde uit.