Rijk van Nijmegen

Stagnatie bouwprojecten en dalende woningprijzen hebben forse negatieve effecten voor Nijmegen

De Waalsprong is een van de gebieden waar veel gebouwd wordt.
De Waalsprong is een van de gebieden waar veel gebouwd wordt. © Google Street View
NIJMEGEN - De gemeente Nijmegen voorziet veel negatief financieel effect van de stagnatie op het gebied van bouwprojecten en de daling van prijzen op de woningmarkt. Als gevolg daarvan zijn veel minder kavels verkocht dan voorzien, vallen de planexploitaties ruim 35 miljoen euro slechter uit en stijgt het risicoprofiel voor de gemeente fors. Daarom moet er voor ruim 31 miljoen extra een beroep worden gedaan op de saldireserve, de financiële buffer voor het afdekken van de financiële risico's in de begroting. Het college verwacht dat de stad de tegenslagen kan opvangen, maar moet mogelijk wel gaan prioriteren binnen de lopende projecten.

Stagnatie

Nijmegen heeft de nadrukkelijke ambitie om te groeien als stad. “Dat faciliteren we met bouwprojecten waar we voor een deel zelf een actieve rol in hebben”, zegt wethouder van stedelijke ontwikkeling Noël Vergunst (GroenLinks). “We zien in 2022 een stagnatie ontstaan, net als overal in Nederland. Ontwikkelaars zijn terughoudend. Als gevolg daarvan zijn er veel minder percelen verkocht dan de prognose was: 170 kavels in plaats van 1550. Dat zien we nu nog als een tijdelijk verschijnsel. De bouwkosten zijn gestegen, grondstoffen zijn duur en het is lastig om mensen te vinden om het uit te voeren. Tegelijkertijd dalen de prijzen in de woningmarkt, waardoor de planexploitatie minder opbrengt. Dat levert een slechter financieel resultaat en een toename van financiële risico’s op.”

Prioriteiten verplaatsen

Vergunst verwacht dat de gemeente de tegenslag goed kan opvangen. “We hebben er qua reserveringen rekening mee gehouden. Maar er kan natuurlijk een moment komen dat we moeten ingrijpen en plannen moeten veranderen. Dan moeten we de prioriteit gaan verplaatsen naar bepaalde gebieden.” De wethouder noemt als voorbeeld het Waalkwartier, waar het slachthuis stond. “Alles ligt daar klaar van onze kant voor de realisatie van twee woonblokken, maar de aannemer heeft een te hoge prijs. We geloven nog in het plan, maar als ze niet zakken in prijs, moeten we misschien de aandacht gaan verleggen en meer energie gaan steken in de Kanaalknop en het stationsgebied in de Winkelsteeg.”

Andere tegenslagen

Ook andere tegenslag speelt een rol. “Bij de projecten aan de Vossenlaan en op de Vossenpels-Noord hebben we te maken van Raad van State-procedures die de boel vertragen”, vertelt Vergunst. “Ondertussen hebben we met stijgende rentes te maken. Ook heeft de gemeenteraad besloten geen woningbouw te plegen op Veur-Lent, want een hoop inkomsten scheelt. Een deel daarvan wordt goedgemaakt door het programma voor de Hoge Bongerd te intensiveren.” Een andere manier om de inkomsten te verhogen, zou zijn door meer te bouwen voor de vrije sector, maar dat is volgens de wethouder niet aan de orde. “We vinden het geen goed idee om minder betaalbare woningen te bouwen.”

Spaarpotje kan (bijna) leegraken in 2030

Het maximaal negatief effect vindt plaats in 2030, zoals het er nu naar uitziet. Als de huidige financiële risico’s allemaal uitkomen, zou het spaarpotje van de gemeente dan bijna leeg kunnen raken. “We sparen natuurlijk in de tussentijd door en in de loop van de tijd weet je welke risico’s er daadwerkelijk zijn uitgekomen, en dan gaat het risicoprofiel ook weer omlaag”, legt wethouder van financiën Tobias van Elferen (D66) uit. “Maar we wachten niet tot dat moment. We zijn zo behoedzaam dat we het aankunnen en we hebben tijd om maatregelen te nemen als het beeld verder verslechtert. Als de risico’s groter worden dan de spaarpot gevuld is, dan gaan we bezuinigen.”