Lokaal

College Nijmegen: “Meer bijverdienen bij bijstand kan niet, premie als extraatje wel”

Nijmegen zoekt naar mogelijkheden binnen de Participatiewet om toe te staan dat bijstandsgerechtigden meer per maand mogen bijverdienen.
Nijmegen zoekt naar mogelijkheden binnen de Participatiewet om toe te staan dat bijstandsgerechtigden meer per maand mogen bijverdienen. © RN7
NIJMEGEN - De grens voor wat iemand in de bijstand mag bijverdienen zonder korting op de uitkering optrekken naar 500 euro per maand kan niet, maar er zou wel gewerkt kunnen worden met het toekennen van een premie als extraatje om mensen te belonen voor het zetten van stappen op weg naar werk. Dat zegt het Nijmeegse college in navolging op een aangenomen motie SP, PvdA, GroenLinks en VoorNijmegen.NU van eind april, die oproept om bijverdienen tot 500 euro per maand mogelijk te maken voor bijstandsgerechtigden en daarbij dezelfde mogelijkheden te benutten die door de gemeente Amsterdam gevonden zouden zijn.

Maximale inkomstenvrijlating

De Participatiewet biedt geen ruimte voor het optrekken van de grens voor bijverdiensten, ook niet in Amsterdam, laat het college weten. “Wij passen de maximale inkomstenvrijlating toe. Deze houdt in dat uitkeringsgerechtigden gedurende de eerste zes maanden dat zij werken 25 procent van hun inkomsten tot maximaal 221 euro per maand mogen houden”, zegt wethouder Petra Molenaar (SP). “Voor alleenstaande ouders kent de Participatiewet in aanvulling hierop nog 30 maanden een vrijlating van 12,5 procent van hun inkomsten tot maximaal 137,94 euro per maand.”

“Elke vorm van arbeid draagt bij”

In Amsterdam is de grens niet opgetrokken, maar wordt gebruikgemaakt van aanvullende premies die niet ingezet mogen worden als structurele manier van inkomstenvrijlating, maar gericht zijn op arbeidsinschakeling met uitstroom uit de bijstand als doel. Dat biedt Nijmegen echt tóch ruimte om met een constructie waarin tweemaal een premie uitgekeerd zou kunnen worden aan mensen die stappen op zetten naar werk. “In Nijmegen hebben we besloten dat elke vorm van arbeid bijdraagt aan de arbeidsinschakeling”, zegt Molenaar. “Dit wordt ondersteunt door cijfers waar uit blijkt dat mensen die parttime werk doen drie keer vaker uitstromen uit de bijstand dan zij die dat niet doen. Wij zijn daarom van mening dat elke vorm van arbeid bijdraagt aan de arbeidsinschakeling en daarmee de kans op uitstroom uit de bijstand vergroot.”

Tweemaal een premie

Het college doet daarom een voorstel voor zo’n premie. De premie die maximaal 2.638 euro mag bedragen, kan in twee delen uitgekeerd aan bijstandsgerechtigden die deeltijd werken nadat de inkomensvrijlating van de eerste zes maanden van de bijstandsuitkering voorbij is. In de 12e en 18e maand van de bijstandsuitkering zou dan een bedrag van maximaal 1.319 uitgekeerd kunnen worden. Wel waarschuwt het college voor een fors kostenplaatje (240.000 euro per jaar) waar dekking voor gevonden moet worden. Dat kostenplaatje is aan het begin extra hoog (840.000 euro) omdat de groep mensen die ervoor aanmerking komen dan groter is. Wel zou het op de langere termijn kunnen schelen in bijstandslasten, omdat mensen die deeltijd werken een grotere kans hebben om weer volledig aan het werk te komen. Na de 18e maand van de bijstandsuitkering ziet het college verder geen mogelijkheden meer voor aanvullende voordelen.

"Waarom zo duur?"

Indiener van de motie Maarten Sweep (SP) geeft aan samen met de PvdA nog vragen in te gaan dien over deze uitwerking van het college, met name toegespitst op het voorgerekende kostenplaatje. “Over die berekening willen we meer weten, waarom het zo duur zou moeten zijn.”