Sport

Oud-profvoetballer Arno Arts schrijft de biografie over zijn leven zelf

Arno Arts na een Europese wedstrijd van Willem II.
Arno Arts na een Europese wedstrijd van Willem II. © Omroep Gelderland
GROESBEEK - Er zijn veel boeken over voetballers. De meesten worden geschreven door anderen, maar Arno Arts uit Groesbeek schreef zijn eigen boek. 'Linkspoot, van 't Vilje tot Champions League' is de titel.
Arts speelde bijna twintig jaar profvoetbal. En daaraan koestert de sierlijke middenvelder zoveel mooie herinneringen, dat hij die begon op te schrijven. "In 2017 ben ik begonnen voor mezelf alles op te schrijven. Want ik heb zoveel kleurrijke personen meegemaakt en bij zoveel mooie clubs gespeeld. Dat wilde ik aan het papier toevertrouwen. Het is een biografie vanaf mijn droom als kleine jongen om profvoetballer te worden."
Oud-profvoetballer Arno Arts schrijft de biografie over zijn leven zelf

Twee houten doelen

Het boek begint bij het begin, in de Groesbeekse wijk 't Vilje. "Daar ben ik opgegroeid. Er stonden twee houten doelen in de wei, zoals we die toen noemden. En daar voetbalden we altijd. Pas op je achtste kon je op een club. Het was hier in deze wijk kiezen voor De Treffers of Achilles'29. Dat was ingegeven door je familie. Ik zocht ook een club waar ik op de fiets naartoe kon en dat was Achilles."
"Toen ik vijftien was, werd ik gescout door NEC, door Ger Reijen. Die had een tip gekregen van Jopie Dorland, die met mijn vader op het dak werkte. Mijn vader zei tegen Ger Reijnen: 'Jullie zitten te slapen, Arno hoort in De Goffert te lopen'. Toen heeft Ger Reijnen me een jaar lang gevolgd en haalde met naar NEC A1."
Arno Arts in 't Vilje.
Arno Arts in 't Vilje. © Omroep Gelderland
Arts werd al snel bij het eerste elftal gehaald. Een sierlijke linkspoot die op techniek speelde tussen echte karaktervoetballer. "Het publiek houdt heel erg van strijd en erop klappen. Ik was één van de weinigen die het moest hebben van techniek en overzicht. Het waren ook bijna allemaal jongens uit de regio. Dat gaf zoveel verbondenheid. We hebben wel eens gespeeld met zes Groesbekers in de basis. Ik heb veel profijt gehad van Jan Peters, die bij NEC kwam afbouwen. Hij kwam uit Italië. Ik reed dan met hem mee en dan gingen we eerst het Italiaanse roze krantje halen op het station. En dan door naar De Goffert."

Op de platte kar

De ploeg had ook succes. "In 1989 promoveerden we via de nacompetitie. Dat maakte zoveel los in Nijmegen. We hadden in de jaren tachtig heel weinig publiek, maar toen we de beslissende wedstrijd speelden tegen Excelsior zat het helemaal vol. Wel 30.000 toeschouwers. Die zaten er normaal alleen met de vlaggenparade bij de Vierdaagse. Daarna door Nijmegen met de platte kar, de stad stond helemaal vol."
Arts speelde met NEC twee jaar in de eredivisie en toen volgde degradatie. De middenvelder werd verkocht. "Ik wilde niet meer in de eerste divisie spelen. Dat was ook beter voor mijn carrière. Ik ging naar Luzern en NEC kreeg een flink bedrag. Voorzitter Henk van de Water viel me om de hals en zei. 'Je bent de redding van NEC, want het water stond ons aan de lippen.' Van de Water vertelde dat NEC anders failliet zou zijn gegaan."
Arno Arts met NEC in actie tegen Vitesse.
Arno Arts met NEC in actie tegen Vitesse. © Omroep Gelderland
Na een jaar Luzern stapte Arts over naar FC Twente, een ploeg die toen tegen de club aanschurkte. "Dat was een geweldig elftal. Kijk alleen maar naar de keepers. Hans de Koning stond in het doel en daarachter zaten Sander Boschker en Sander Westerveld. Voorin stonden Ronald de Boer en Youri Mulder en dan had je ook nog Prince Polley. Ik was aanvallende middenvelder. Achter mij speelde Jan van Halst, nu bekend van Expeditie Robinson."

Zege op de wereldkampioen

"Ik raakte daar later op een zijspoor. Toen haalde Fritz Korbach mij naar Cambuur. De hoogtepunten daar waren een bekeroverwinning op Heerenveen, de rivaal: DKV, Dertig Kilometer Verder, zo werden ze genoemd. En we versloegen in de beker het Ajax van Louis van Gaal. Die waren net wereldkampioen geworden. Daar wonnen we toch maar van op een doordeweekse avond in Leeuwarden. Daarna haalden Co Adriaanse en Martin van Geel me naar Willem II. Daar werd ik aanvoerder. We hadden allemaal spelers die iets te bewijzen hadden. Ik wilde laten zien dat ik geen eerste divisiespeler was en dat ik de eredivisie gemakkelijk aan kon. We werden het eerste seizoen al vijfde en haalden Europees voetbal."
Maar het hoogtepunt moest nog komen. "Het jaar daarop werden we zelfs tweede en toen mochten we de Champions League. Bij een voetbalkwis is dat een mooie vraag. Wie scoorde het eerste doelpunt van Willem II in de Champions League? Nou, dat was ik. Weliswaar de aansluitingstreffer tegen Spartak Moskou, maar toch ging ik de boeken in. Daarna werd er doorgeselecteerd bij Willem II en ik voelde aankomen dat ik buiten de ploeg ging vallen. Ik raakte ook gebrouilleerd met Adriaanse. Ik wist dat NEC belangstelling had, die huurden mij."

Twee bekerfinales

"Het was geen gelukkige keuze. Tussen de discipline van Adriaanse en NEC zat een wereld van verschil. Bij Willem II trainden we echt om beter te worden, bij NEC was het allemaal heel los. En we vochten tegen degradatie. Ik ben blij dat ik wel een belangrijk doelpunt heb gemaakt, juist tegen Willem II was dat goed voor drie punten. Vervolgens kwam Utrecht. Daar speelde ik twee bekerfinales. Eerst tegen Ajax, dat is een wond die ik weer open rijt. Wamberto stond vier meter buitenspel, maar het mocht door. De VAR zou dat nu hebben afgekeurd. Gelukkig wonnen we een jaar later wel de beker. In de Kuip tegen Feyenoord werd het 4-1 voor ons. Ik sloot mijn carrière af bij VVV."
Arno Arts in de heuvels bij Groesbeek.
Arno Arts in de heuvels bij Groesbeek. © Omroep Gelderland
Arts kijkt met tevredenheid terug op zijn loopbaan. "Ik heb alleen nooit echt bij een topclub gespeeld. Niemand heeft de gok durven nemen. Ooit had Ajax met Leo Beenhakker belangstelling, maar ze namen toen voor Alfons Groenendijk. Maar je moet ook eerlijk zijn. Ik kwam ook dingen tekort. Ik heb dat grinta genoemd in mijn boek. Ik was niet explosief en snel genoeg en was niet agressief en fel in de duels. Ik ben wel tevreden, want ik heb 543 wedstrijden gespeeld en 106 keer gescoord. Dat kan niet iedereen zeggen. Als klein jochie keek ik tussen de spijltjes bij NEC door met de droom op profvoetballer geworden. En dat is werkelijkheid geworden."
Het boek van Arno Arts.
Het boek van Arno Arts. © Omroep Gelderland
Alles is nu vastgelegd in zijn boek. "Ik schrijf graag. Het begint als klein jochie in 't Vilje met straatvoetbal tot nu. Ik deed het in eerste instantie voor mezelf. Toen had ik dat bestandje op mijn computer staan, dacht ik: wat moet ik hier nu mee? Ik heb besloten het gewoon uit te geven, in eigen beheer. Ik heb wel wat hulp gehad. Arno is niet zo landelijk bekend. In de regio's waar ik heb gespeeld, gaat het belletje wel rinkelen. Maar ik heb niet de illusie dat ik er tienduizenden ga verkopen."

Niet alleen voor mezelf

"Meestal zijn het boeken over ex-vedetten. Maar waarom is er geen markt voor een speler uit de laag daaronder, de subtop, zoals ik? Ik ben er zeker trots op. Ik heb het niet alleen voor mezelf gedaan, maar ook voor al die bijzondere mensen die ik heb meegemaakt en waarvan sommigen al niet meer onder ons zijn. Het is ook om hem een bepaald podium te geven."
Arno met zijn zingende broer Alfred.
Arno met zijn zingende broer Alfred. © Omroep Gelderland
Linkspoot komt op 12 november uit. "Dat is de sterfdag van onze moeder, dat vind ik een mooi moment om met dit boek te komen. Ze zeggen wel een dat een cd een kindje is, maar dat heb ik bij dit boek ook. Mijn broer heeft cd's gemaakt en ik nu dit boek. We zijn wat dat betreft net de ECI van vroeger. Maar dit is wel iets tastbaars. Stel dat mijn broer er niet meer zou zijn, dan kan ik zijn stem altijd nog horen op cd. En dat heb ik met een boek nu dus ook."